Responsive image

5.4 Reeds ingegane ODV aanwenden ter verkrijging van...

Download de app voor meer functionaliteit.

5.4 Reeds ingegane ODV aanwenden ter verkrijging van...

Reeds ingegane ODV aanwenden ter verkrijging van een lijfrente

Op grond van artikel 38p, eerste en tweede lid, Wet LB 1964 is het mogelijk om de ODV – zo lang er nog geen termijnen zijn ingegaan – fiscaal geruisloos om te zetten in een lijfrente. Aanwending van de ODV ter verkrijging van een lijfrente, nadat de uitkeringen ingevolge de ODV zijn ingegaan, is op grond van artikel 38p, vijfde lid, Wet LB (Noot 1: Van 1 april 2017 tot en met 31 december 2019 was dit geregeld in artikel 38p, zesde lid, Wet LB.) onder nader te stellen voorwaarden mogelijk.

Dit onderdeel bevat de te stellen voorwaarden, bedoeld in artikel 38p, vijfde lid, Wet LB wanneer een ODV na de ingangsdatum van de termijnen geruisloos wordt aangewend ter verkrijging van een lijfrente.

Voorwaarden

Voor de toepassing van artikel 38p, vijfde lid, Wet LB gelden de volgende twee voorwaarden:

  • 1.De volledige waarde van de ODV wordt aangewend ter verkrijging van een lijfrente.
  • 2.Belanghebbende dient voorafgaand aan de aanwending van de ODV ter verkrijging van een lijfrente bij de inspecteur een verzoek in met een beroep op artikel 38p, vijfde lid, Wet LB. In de bijlagen bij dit verzoek zijn alle relevante stukken opgenomen.

Ingeval van onderdekking geldt voorwaarde 1 niet, maar gelden in aanvulling op voorwaarde 2 de volgende drie voorwaarden:

  • 3.In die situaties waarin de vermogenspositie van het eigenbeheerlichaam niet toereikend is om de ODV na te komen (onderdekking), is dit veroorzaakt door (reële) ondernemings- of beleggingsverliezen en niet het gevolg van andere factoren als bijvoorbeeld winstuitdelingen door het lichaam in de afgelopen jaren of onvolwaardige dan wel afgewaardeerde vorderingen op de dga of aan hem verwante personen.
  • 4.Alle aanwezige bezittingen van het lichaam, worden aangewend ter verkrijging van een lijfrente.
  • 5.Het eigenbeheerlichaam wordt geliquideerd direct na verkrijging van een lijfrente.

Als voldaan wordt aan deze voorwaarden kan, in geval van onderdekking, op het moment van liquidatie van het lichaam het resterende deel van de ODV worden aangemerkt als niet voor verwezenlijking vatbaar in de zin van artikel 19b, eerste lid, onderdeel c, Wet LB (tekst 2016). Op grond van artikel 38p, vierde lid, Wet LB is voornoemd artikel 19b ook van toepassing op een ODV. Het prijsgeven van het resterende deel van de ODV leidt dan niet tot heffing van loonheffingen en inkomstenbelasting.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.