In de uitvoeringspraktijk bleek het hiervoor uiteengezette standpunt belemmerend te werken bij de flexibele invulling van situaties van samenloop van (gedeeltelijk) vervroegd uittreden in combinatie met doorwerken in deeltijd of demotie. Bovendien zijn de tot 2006 opgebouwde rechten op vroegpensioen, tijdelijk overbruggingspensioen en prepensioen bij het invoeren van de Wet VPL en de Wet VAP niet in alle gevallen omgezet in een ouderdomspensioen ingaande op 65, respectievelijk 67 jaar. In een aantal situaties zijn de tot 2006 opgebouwde rechten op vroegpensioen, tijdelijk overbruggingspensioen en prepensioen ongewijzigd in stand gebleven en kon na de bij deze regelingen behorende reglementaire pensioendatum gewoon worden doorgewerkt. In de situatie van samenloop van vervroegd ingaande pensioenuitkeringen in combinatie met arbeidsinkomsten wegens geheel of gedeeltelijk doorwerken, kan zich daardoor ongelijke behandeling van materieel gelijke gevallen voordoen.