Responsive image

2.3.2 Na het beëindigen van de arbeidsverhouding door een...

Download de app voor meer functionaliteit.

2.3.2 Na het beëindigen van de arbeidsverhouding door een...

Na het beëindigen van de arbeidsverhouding door een IB-ondernemer of resultaatgenieter aan een beroeps- of bedrijfstakpensioenregeling

Indien op grond van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000, de Wet op het notarisambt of de Wet verplichte beroepspensioenregeling, is deelgenomen aan een pensioenregeling, kan volgens artikel 1a UBIB de deelname aan die beroeps- of bedrijfstakpensioenregeling na het verbreken van de arbeidsverhouding onder te stellen voorwaarden voor ten hoogste tien jaar worden voortgezet. De maximale periode van 10 jaar geldt niet zolang een inkomensvervangende arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt ontvangen na het beëindigen van de arbeidsverhouding als gevolg van arbeidsongeschiktheid. Ook hier geldt dat vrijwillige voortzetting alleen mogelijk is voor zover deze keuze in een beroeps- of bedrijfstakpensioenregeling wordt aangeboden.

Voorwaarden

Aan deze mogelijkheid van voortzetting van deelname verbind ik de volgende zes voorwaarden:

  • 1.Verbetering van de pensioenregeling tijdens de vrijwillige voortzetting is niet toegestaan tenzij het een verbetering van de beroeps- of bedrijfstakpensioenregeling betreft die primair is bedoeld voor de actieve deelnemers aan de betreffende regeling.
  • 2.De vrijwillige voortzetting kan slechts plaatsvinden voor zover geen cumulatie plaatsvindt met opbouw in een pensioenregeling van een eventuele andere werkgever, de vorming van een oudedagsreserve als bedoeld in artikel 3.67 Wet IB 2001 of andere opbouw in een beroeps- of bedrijfstakpensioenregeling.
  • 3.De vrijwillige voortzetting moet direct aansluiten op het beëindigen van de arbeidsverhouding. Voor de aanvraag van een vrijwillige voortzetting mag een termijn van 9 maanden na het verbreken van de arbeidsverhouding in acht genomen worden, zoals bedoeld in artikel 54, vierde lid, PW en artikel 65, vierde lid, Wet verplichte beroepspensioenregeling.
  • 4.De voortzetting van deelname mag niet aanvangen in de periode van drie jaren voorafgaande aan de voor de belastingplichtige aan de beroeps- of bedrijfstakpensioenregeling geldende pensioendatum van de regeling die hij vrijwillig voortzet. Deze beperking is niet van toepassing als de belastingplichtige daadwerkelijk inkomen uit tegenwoordige arbeid geniet of als hij aannemelijk maakt dat hij om medische redenen niet in staat is inkomen uit tegenwoordige arbeid te genereren.
  • 5.Het pensioengevend inkomen voor de vrijwillige voortzetting is gemaximeerd op het gemiddelde pensioengevend inkomen, bedoeld in artikel 3.18, vierde lid, onderdeel d, Wet IB 2001, in de vijf aan het eerste dienstjaar van vrijwillige voortzetting voorafgaande kalenderjaren, voor zover de belastingplichtige in die jaren heeft deelgenomen aan de pensioenregeling (zie artikel 1a, eerste lid, onderdeel b, UBIB). Het is daarbij mogelijk om dat gemiddelde pensioengevend inkomen te indexeren met de loonindex in de bedrijfstak waarin belastingplichtige werkzaam is geweest, dan wel met de gemiddelde loonindex voor de CAO-lonen per maand, inclusief bijzondere beloningen, zoals berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek (zie onderdeel 3.5.).Met ingang van het vierde kalenderjaar van vrijwillige voortzetting geldt een extra maximum voor het pensioengevend inkomen. Dit is het gezamenlijke bedrag van:
  • a.de winst uit onderneming vóór toevoeging aan en afneming van de oudedagsreserve en vóór de ondernemersaftrek vermeerderd met de ten laste van de winst gebrachte premies uit hoofde van een pensioenregeling als bedoeld in artikel 1.7, tweede lid, onderdeel b, Wet IB 2001,
  • b.het belastbare loon,
  • c.het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden, en
  • d.de belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen
  • zoals vastgesteld in het derde kalenderjaar voorafgaande aan het desbetreffende dienstjaar. De in dit onderdeel bedoelde maxima mogen niet uitgaan boven het in artikel 18ga Wet LB bedoelde maximum. Als het inkomen over het derde kalenderjaar voorafgaande aan het kalenderjaar nog niet is vastgesteld op het moment dat de pensioenpremie definitief betaald moet worden, mag belastingplichtige het hierboven genoemde gezamenlijke bedrag bepalen op basis van de aangifte inkomstenbelasting zoals hij deze bij de Belastingdienst heeft ingediend.Deze extra beperking van het pensioengevend inkomen met ingang van het vierde kalenderjaar geldt niet zolang belastingplichtige na het verbreken van de arbeidsverhouding als gevolg van arbeidsongeschiktheid een inkomensvervangende arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt.
  • 6.Ingeval in een jaar het voor de voortgezette pensioenopbouw in aanmerking te nemen pensioengevend inkomen zodanig laag is dat geen pensioengrondslag resteert mag de pensioenuitvoerder voor de opbouw van pensioen dat jaar niettemin als dienstjaar in aanmerking nemen. Voorwaarde daarbij is dat de bijdrage aan de voortgezette pensioenregeling voor dat jaar niet meer is dan een symbolisch bedrag van ten hoogste € 1. Dit voorkomt dat belastingplichtige de voortgezette pensioenopbouw noodgedwongen moet beëindigen vanwege een (incidenteel) laag inkomen. In deze situatie kan de risicoverzekering voor het partner- of wezenpensioen op basis van de bereikbare dienstjaren en het bereikbare pensioengevend inkomen worden voortgezet. Voor het op risicobasis verzekerde partner- of wezenpensioen geldt dat de verschuldigde premie in mindering op het inkomen kan worden gebracht. Hierbij mag het pensioengevend inkomen voor het deel van het partner- of wezenpensioen dat ziet op nog te bereiken dienstjaren niet uitgaan boven het gemiddelde van het pensioengevend inkomen in de vijf voorafgaande jaren. Daarbij mag per jaar geen hoger pensioengevend inkomen in aanmerking worden genomen dan het bedrag, bedoeld in artikel 18ga Wet LB. Ook wat betreft het aldus berekende gemiddelde geldt, dat geen hoger pensioengevend inkomen in aanmerking kan worden genomen dan het bedrag, bedoeld in artikel 18ga Wet LB.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.