- 1
- Wanneer bij de vaststelling of de herziening van invaliditeits- of ouderdomsuitkeringen of uitkeringen aan nagelaten betrekkingen (pensioenen) krachtens Hoofdstuk 2 van Titel III, het verzekeringsorgaan van een Verdragsluitende Partij aan een rechthebbende een hoger bedrag heeft uitbetaald dan waarop hij recht heeft, kan dit orgaan aan het orgaan van de andere Verdragsluitende Partij dat overeenkomstige uitkeringen aan deze rechthebbende verschuldigd is, verzoeken het te veel betaalde bedrag in te houden op de aan bedoelde rechthebbende verschuldigde achterstallige termijnen. Laatstgenoemd orgaan maakt het aldus ingehouden bedrag over aan het orgaan dat de vordering heeft. Indien de terugvordering niet met de achterstallige termijnen kan worden verrekend, is het volgende lid van toepassing.
- 2
- Wanneer in andere gevallen het verzekeringsorgaan van een Verdragsluitende Partij aan een rechthebbende een hoger bedrag heeft uitbetaald dan waarop hij recht heeft, kan dit orgaan op de wijze en binnen de grenzen, als bepaald in de door dit orgaan toegepaste wetgeving, aan het verzekeringsorgaan van de andere Verdragsluitende Partij dat uitkeringen aan de rechthebbende verschuldigd is, verzoeken het teveel betaalde bedrag in te houden op de bedragen die het aan bedoelde rechthebbende betaalt. Laatstbedoeld orgaan houdt het bedrag in op de wijze en binnen de grenzen als voor een dergelijke verrekening bij de door dit orgaan toegepaste wetgeving is voorzien, alsof het door dit orgaan zelf teveel betaalde bedragen betrof en maakt het aldus ingehouden bedrag over aan het orgaan dat de vordering heeft.