Wanneer op een onderdaan van een der Verdragsluitende Partijen of op een in artikel 4 letter b) bedoelde persoon op het tijdstip waarop de arbeidsongeschiktheid met daaropvolgende invaliditeit is ontstaan, de Zweedse wetgeving inzake pensioenen van toepassing is en hij voordien gedurende ten minste in totaal 12 maanden krachtens de Nederlandse wetgeving inzake invaliditeitsverzekering verzekerd is geweest, heeft hij recht op een uitkering krachtens laatstbedoelde wetgeving, welke overeenkomstig de in artikel 17 gestelde regels wordt berekend.