- 1
- Degene die ingevolge de wetgeving van een Verdragsluitende Partij recht heeft op verstrekkingen, doch op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij woont, kan eveneens aanspraak maken op verstrekkingen op het grondgebied van laatstbedoelde Partij.
- 2
- De gezinsleden van degene die ingevolge de wetgeving van een Verdragsluitende Partij recht heeft op verstrekkingen, kunnen indien zij op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij wonen, aanspraak maken op verstrekkingen.
- 3
- De in het eerste en tweede lid bedoelde verstrekkingen worden door het verzekeringsorgaan van de woonplaats verleend volgens de door dit orgaan toegepaste wetgeving.
- 4
- Het tweede lid is niet van toepassing indien de gezinsleden recht hebben op verstrekkingen op grond van het verrichten van beroepsarbeid of het genot van een sociale verzekeringsuitkering van de Verdragsluitende Partij op het grondgebied waarvan zij wonen.