- 1
- Onderdanen van Nederland alsmede de in artikel 4, letters b) en c) bedoelde personen die al dan niet in Zweden wonen, en niet voldoen aan de voorwaarden van de Zweedse wetgeving welke met betrekking tot het recht op basispensioen op hen van toepassing zijn, hebben recht op een basispensioen overeenkomstig de regels welke gelden voor Zweedse onderdanen die in het buitenland wonen.
- 2
- De gehandicaptenuitkeringen welke geen aanvullingen op een basispensioen vormen, de verzorgingsuitkeringen voor gehandicapte kinderen, de algemene pensioentoelagen en de bijkomende uitkeringen welke van een inkomenstoets afhankelijk zijn, zijn aan de in het vorige lid bedoelde personen verschuldigd, mits zij in Zweden wonen en onder overeenkomstige toepassing van de in dat lid gestelde regels.