- 1
- Degene die ingevolge de wetgeving van een der Verdragsluitende Partijen recht heeft op verstrekkingen, kan, evenals zijn gezinsleden, gedurende een tijdelijk verblijf op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij aanspraak maken op verstrekkingen indien hun gezondheidstoestand het onmiddellijk verlenen van verstrekkingen noodzakelijk maakt.
- 2
- Bedoelde verstrekkingen worden door het verzekeringsorgaan van de tijdelijke verblijfplaats verleend volgens de door dit orgaan toegepaste wetgeving.
- 3
- Het eerste lid is niet van toepassing op degenen die zich naar het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij begeven ten einde aldaar geneeskundige hulp te ontvangen.