Als aan een belastingschuldige een conserverende belastingaanslag is opgelegd en deze remigreert binnen tien jaar nadat de ontvanger uitstel van betaling heeft verleend op de voet van artikel 25, vijfde lid, van de wet, gaat de ontvanger niet op basis van die conserverende belastingaanslag over tot invordering, als zich na datum van remigratie een omstandigheid voordoet als bedoeld in artikel 25, vijfde lid, laatste volzin, van de wet.
De inspecteur zal dan een (nieuwe) belastingaanslag opleggen naar aanleiding van die omstandigheden.