Responsive image

34.1 Vervoersovereenkomsten en huur van bemand materieel

Download de app voor meer functionaliteit.

34.1 Vervoersovereenkomsten en huur van bemand materieel

Degene die uitsluitend personeel inhuurt voor het verrichten van vervoer over de weg is hoofdelijk aansprakelijk op grond van artikel 34 van de wet als de werkzaamheden onder zijn toezicht of leiding plaatsvinden. Degene die een vervoersovereenkomst afsluit met een vervoerder (de huur van bemand materieel daaronder begrepen) is in beginsel hoofdelijk aansprakelijk op grond van artikel 34 van de wet mits de werkzaamheden die aan het vervoer zijn verbonden onder zijn toezicht of leiding plaatsvinden. Er is geen sprake van toezicht of leiding van de inlener als:

  • het vervoer – al dan niet tijd- of reisbevrachting zijnde – plaatsvindt op basis van een vervoersovereenkomst waarop de bepalingen van Titel 13, Afdeling 2 van boek 8 BW (artikel 8:1090 e.v. waaronder in ieder geval art 8:1131 BW (retentierecht vervoerder)) van toepassing zijn; en
  • tenminste de voorwaarden opgenomen in de artikelen 4, 5, 6 en 10 van de Algemene Vervoerscondities (AVC) 2002 van toepassing zijn; en
  • een vrachtbrief is opgemaakt voor zover deze bij of krachtens wettelijk voorschrift verplicht is.

Als de overeenkomst tussen de verhuurder en de huurder gekwalificeerd moet worden als aanneming van werk, wordt de huurder van het bemande materieel niet op grond van artikel 34 van de wet aansprakelijk gesteld, maar op grond van artikel 35 van de wet (ketenaansprakelijkheid).

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.