Als de belastingschuldige periodieke inkomsten geniet en zijn partner maandelijks voorlopige teruggaven ontvangt, dan kunnen die teruggaven niet met de openstaande belastingschulden van de belastingschuldige worden verrekend zonder toestemming van de partner.
In dat geval moet worden nagegaan wat de periodieke inkomsten van de belastingschuldige en zijn partner per maand zijn. De belastingschuldige is verplicht zowel zijn inkomsten als die van zijn gezinsleden op te geven (vergelijk artikel 475g Rv met artikel 19.3.4 van deze leidraad).
Als de gezamenlijke inkomsten uitkomen boven de beslagvrije voet, dan wordt onder de werkgever of uitkeringsinstantie van de belastingschuldige een vordering gedaan, waarbij wordt aangegeven welk bedrag maandelijks moet worden ingehouden, hierbij rekening houdend met de regeling van de beslagvrije voet.