Artikel 1 Vaststellen contante waarde van alle opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten
De contante waarde van alle opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten CWvoor wordt vastgesteld door eerst de verwachte uitgaande kasstromen die voortvloeien uit de opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten KSvoor (i,h ) voor iedere deelnemer, gewezen deelnemer, gewezen partner en pensioengerechtigde i en voor alle looptijden h > 0 vast te stellen. Vervolgens worden de kasstromen van alle deelnemers, gewezen deelnemers, gewezen partners en pensioengerechtigden per looptijd gesommeerd en wordt hiervan de contante waarde vastgesteld.
Artikel 2 Vaststellen contante waarde van de aanpassingskasstromen
- 1
- De contante waarde van de aanpassingskasstromen CW* wordt vastgesteld door eerst de aanpassingskasstromen KS* (i,h ) voor iedere deelnemer, gewezen deelnemer, gewezen partner en pensioengerechtigde i en voor alle looptijden h > 0 vast te stellen via de formule
- waarbij de jaarlijks trapsgewijs stijgende functie q (h ) als volgt is gedefinieerd:
- met [h ] de op hele jaren neerwaarts afgeronde looptijd en N de spreidingstermijn in jaren, die gelijk is aan tien jaar. Vervolgens worden de aanpassingskasstromen van alle deelnemers, gewezen deelnemers, gewezen partners en pensioengerechtigden per looptijd gesommeerd en wordt hiervan de contante waarde vastgesteld.
- 2
- In afwijking van N , de spreidingstermijn, van tien jaar kan een fonds een kortere of langere spreidingstermijn hanteren. Een langere spreidingstermijn is uitsluitend toegestaan voor zover de verhouding tussen het beschikbare vermogen M en de technische voorzieningen van een fonds meer dan 100 procent betreft. Hierbij is M gelijk aan het beschikbare vermogen van een fonds waar de standaardregel op toegepast wordt.
- 3
- Bij toepassing van een andere spreidingstermijn dan tien jaar wordt bij de onderbouwing in het implementatieplan, bedoeld in artikel 46, tweede lid, onderdeel i, van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling in ieder geval de bestandssamenstelling van het fonds betrokken. De onderbouwing bevat ook een toelichting waarom een spreidingstermijn van tien jaar tot een onevenwichtiger nadeel zou leiden dan bij de gekozen afwijkende spreidingstermijn.
Artikel 3 Vaststellen schalingsfactr voor de aanpassingskasstroom
De schalingsfactor x voor de aanpassingskasstroom wordt vastgesteld via de formule
waarbij M gelijk is aan het beschikbare vermogen van een fonds waar de standaardregel op toegepast wordt.
Artikel 4 Vaststellen persoonlijke pesioenvermogens
De persoonlijke pensioenvermogens worden vastgesteld door eerst de verwachte uitgaande kasstromen in de solidaire premieovereenkomst dan wel solidaire premieregeling, of flexibele premieovereenkomst dan wel flexibele premieregeling KSna (i,h ) voor iedere deelnemer, gewezen deelnemer, gewezen partner en pensioengerechtigde i en voor alle looptijden h > 0 vast te stellen via de formule
Vervolgens is het persoonlijke pensioenvermogen in de solidaire premieovereenkomst dan wel solidaire premieregeling, of flexibele premieovereenkomst dan wel flexibele premieregeling voor iedere deelnemer, gewezen deelnemer, gewezen partner en pensioengerechtigde gelijk aan de contante waarde van deze kasstroom.