Artikel 1
1. De gehuwdheidsfrequenties, bedoeld in artikel 18, zevende lid, luiden als volgt:
Mannen | Vrouwen | |
---|---|---|
x < 18 | 0 | 0 |
18 ≤ × < 25 | 0,01 + 0,07 (x–18) | 0,05 + 0,10 (x–18) |
25 ≤ × < 30 | 0,50 + 0,04 (x–25) | 0,75 + 0,02 (x–25) |
30 ≤ × < 35 | 0,50 + 0,04 (x–25) | 0,85 |
35 ≤ × < 50 | 0,90 | 0,85 |
50 ≤ × < 68 | 0,90 | 0,85 – 0,01 (x–50) |
2. In het eerste lid betekent de aanduiding ‘x’: de leeftijd van de deelnemer.
Artikel 2
1. De formules voor de berekening van de pensioenaanspraken, bedoeld in artikel 19, eerste lid, luiden als volgt:
2. De in het eerste lid gebruikte symbolen en afkortingen hebben de volgende betekenis:
a: de verhouding nabestaandenpensioen/ouderdomspensioen in de regeling ondergebracht bij het overnemende uitvoeringsorgaan, zoals deze voor de rechthebbende geldt op de overdrachtsdatum;
β: de verhouding tussen een eventuele andere pensioenvorm en het ouderdomspensioen, zonodig berekend uit de totale aanspraken (zonder overdracht) volgens de regeling ondergebracht bij het overnemende uitvoeringsorgaan, zoals deze voor de rechthebbende geldt op de overdrachtsdatum;
OP: ouderdomspensioen;
NP: nabestaandenpensioen;
OV: overige pensioenvormen;
OW: overdrachtswaarde;
kps-OP: de contantewaardefactor voor ouderdomspensioen volgens het standaardtarief;
kps-NP: de contantewaardefactor voor nabestaandenpensioen volgens het standaardtarief;
kps-OV: de contantewaardefactor voor overige pensioenvormen volgens het standaardtarief.
3. Wanneer in het eerste lid aan OP, NP en OV de letters nw zijn toegevoegd, betekent dit dat het pensioenaanspraken in de regeling bij het overnemende uitvoeringsorgaan ondergebracht uit hoofde van de waardeoverdracht betreft.