Responsive image

Artikel 24 Standaardmodel

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 24 Standaardmodel

    1
  • Voor de berekening van het vereist eigen vermogen per risicofactor volgens het standaardmodel, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen, gaat het fonds uit van een scenario-analyse op basis van de volgende risicofactoren:
    • a.het renterisico wordt bepaald aan de hand van het voor het fonds in termen van netto verlies meest negatieve scenario van een rentestijging c.q. rentedaling op basis van de in artikel 1 van bijlage 3 opgenomen rentefactoren;
    • b.het aandelen- en vastgoedrisico wordt bepaald aan de hand van een daling van de waarde van de beleggingen in:
    • 1°.aandelen ontwikkelde markten en beursgenoteerd vastgoed met 30%;
    • 2°.aandelen opkomende markten met 40%;
    • 3°.niet-beursgenoteerde aandelen met 40%; en
    • 4°.niet-beursgenoteerd vastgoed met 15%, waarbij de waarde van de beleggingen wordt aangepast voor financiering met vreemd vermogen;
    • c.het valutarisico wordt bepaald aan de hand van een daling van de waarde van de beleggingen in andere valuta dan de euro met 20% voor valutarisico in ontwikkelde markten en 35% voor valutarisico in opkomende markten;
    • d.het grondstoffenrisico wordt bepaald aan de hand van een daling van de waarde van beleggingen in grondstoffen met 35%;
    • e.het kredietrisico wordt bepaald aan de hand van een stijging van de rentemarge voor het kredietrisico van het fonds, afhankelijk van een ratingklasse als bedoeld in het derde lid:
    • 1°.0,60%-punt voor beleggingen met rating AAA, met uitzondering van Europese staatsobligaties;
    • 2°.0,80%-punt voor beleggingen met rating AA;
    • 3°.1,30%-punt voor beleggingen met rating A;
    • 4°.1,80%-punt voor beleggingen met rating BBB; en
    • 5°.5,30%-punt voor beleggingen met rating BB en lager, alsook beleggingen zonder rating;
    • f.het verzekeringstechnische risico;
    • g.het liquiditeitsrisico bedraagt 0%;
    • h.het concentratierisico bedraagt 0%;
    • i.het operationeel risico bedraagt 0%; en
    • j.het actief beheer risico.
    2
  • Het vereist vermogen per risicofactor, bedoeld in het eerste lid, is gelijk aan het absolute getal van de waardedaling van het eigen vermogen als gevolg van het scenario voor de betreffende risicofactor. Het vereist vermogen per risicofactor wordt vastgesteld op grond van het strategisch beleggingsbeleid waarbij het aanwezig vermogen van het fonds per berekeningsdatum wordt belegd volgens de beoogde beleggingsportefeuille, bedoeld in artikel 13a, tweede lid, van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen.
    3
  • Voor de vaststelling van het scenario voor kredietrisico overeenkomstig het eerste lid, onderdeel e, wordt een ratingklasse zoveel mogelijk bepaald op basis van het oordeel van een gekwalificeerde derde partij. De Nederlandsche Bank kan hierover nadere regels stellen.
    4
  • De Nederlandsche Bank kan nadere regels stellen over de vaststelling van het vereist eigen vermogen per risicofactor.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.