- 1
- Voor een deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde wordt voor het moment, bedoeld in artikel 14a, eerste lid, onderdeel j, een pensioenbedrag berekend voor een verwacht scenario, een optimistisch scenario en een pessimistisch scenario. De status van deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde op de berekeningsdatum is bepalend bij de toepassing van de rekenmethode.
- 2
- Bij de berekeningen voor een deelnemer of gewezen deelnemer wordt uitgegaan van de pensioenleeftijd in de pensioenregeling. Indien het moment waarvoor de pensioenbedragen worden berekend de individuele pensioengerechtigde leeftijd op grond van de Algemene Ouderdomswet is en deze afwijkt van de pensioenleeftijd, dan wordt de berekening eerst uitgevoerd op basis van de pensioenleeftijd en vindt vervolgens een herrekening plaats van het pensioenbedrag naar een pensioenbedrag op de individuele pensioengerechtigde leeftijd op grond van de Algemene Ouderdomswet op basis van de ten tijde van de berekening gebruikte vervroegingfactoren en uitstelfactoren.
- 3
- Indien bij de berekeningen voor een deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde de berekeningsdatum ligt na de individuele pensioengerechtigde leeftijd op grond van de Algemene Ouderdomswet en de pensioenbedragen worden berekend voor weergave in het pensioenregister, bedraagt het aantal jaren A vanaf de berekeningsdatum tien.
- 4
- Voor de berekening op het individuele niveau worden een wijziging van het pensioengevend salaris en een op een looninflatie gebaseerde wijziging van andere premie- en pensioengrondslag bepalende grootheden, gebaseerd op de scenarioprijsinflatie.