Voor de toepassing van artikel 8, tweede en vierde lid, van het Verdrag stelt een persoon die normaliter zijn werkzaamheden uitvoert op het grondgebied van beide Verdragsluitende Partijen, indien hij in Nederland woont, de in artikel 2, eerste lid, onder A, c. aangewezen instelling in kennis van deze situatie en indien hij in Slovenië woont, de in artikel 2, eerste lid, onder B, c. aangewezen instelling.