Tijdelijk verblijf in of overbrenging van de woonplaats naar de bevoegde staat
Personen of hun gezinsleden als bedoeld in artikel 15 die verblijven op of hun woonplaats overbrengen naar het grondgebied van de bevoegde staat hebben recht op prestaties op het grondgebied van de bevoegde staat, overeenkomstig de bepalingen van de wetgeving van die staat, zelfs indien zij vóór hun tijdelijk verblijf, respectievelijk de overbrenging van hun woonplaats reeds prestaties hebben genoten voor hetzelfde geval van ziekte of moederschap; indien de door het bevoegde orgaan toegepaste wetgeving voorziet in een maximumperiode voor het verlenen van prestaties, wordt het tijdvak in aanmerking genomen onmiddellijk voorafgaand aan de overbrenging van de woonplaats waarin die prestaties zijn verleend.