- 1
- Elke Verdragsluitende Staat kan een persoon op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Staat documenten met betrekking tot belastingvorderingen rechtstreeks per post uitreiken, ook voorzover die betrekking hebben op andere belastingen dan waarop het Verdrag van toepassing is.
- 2
- Op verzoek van een Verdragsluitende Staat reikt de andere Verdragsluitende Staat documenten uit aan de geadresseerde, met inbegrip van documenten betreffende rechterlijke beslissingen, die afkomstig zijn van de verzoekende Staat en verband houden met belastingen waarop het Verdrag van toepassing is. Voorzover de verzoekende Staat aantoont dat de in het eerste lid vermelde procedure niet mogelijk of niet doelmatig is, zullen de Verdragsluitende Staten handelen overeenkomstig het gestelde in de eerste volzin.
- 3
- De aangezochte Staat reikt documenten zodanig uit als betrof het zijn eigen documenten:
-
- a.volgens een door zijn wetgeving voorgeschreven methode voor de uitreiking van documenten van in wezen soortgelijke aard;
- b.voor zover mogelijk, volgens een bepaalde door de verzoekende Staat gewenste methode of volgens een krachtens de wetgeving van de aangezochte Staat bestaande methode die de door de verzoekende Staat gewenste methode het dichtst benadert.
- 4
- Geen enkele bepaling van dit Verdrag mag zodanig worden uitgelegd dat deze de uitreiking van documenten door een Verdragsluitende Staat in overeenstemming met zijn wetgeving ongeldig maakt, als deze in tegenspraak is met de bepalingen van dit artikel.
- 5
- Als een document wordt uitgereikt in overeenstemming met dit artikel, behoeft het niet vergezeld te gaan van een vertaling.