- 1
- De Verdragsluitende Staten plegen onderling overleg met betrekking tot de tenuitvoerlegging van dit Verdrag door tussenkomst van de bevoegde autoriteiten. De bevoegde autoriteiten kunnen hiertoe rechtstreeks met elkaar overleg plegen.
- 2
- De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten regelen in onderling overleg de wijze van toepassing van dit Verdrag. Daarbij kan een minimumbedrag alsmede de te hanteren omrekeningskoers voor de invordering van belastingvorderingen worden vastgesteld.
- 3
- De bevoegde autoriteiten trachten moeilijkheden of twijfelpunten die mochten rijzen aangaande de uitlegging of de toepassing van het Verdrag, zo spoedig mogelijk in onderling overleg op te lossen.
- 4
- De verzoeken en de antwoorden daarop kunnen in het Duits of in het Nederlands worden gesteld.