Het op grond van dit hoofdstuk vaststellen van een uiteindelijk belanghebbende houdt in ieder geval in dat een trustkantoor:
- a.zoveel mogelijk met zekerheid alle uiteindelijk belanghebbenden identificeert;
- b.de identiteit van de uiteindelijk belanghebbenden verifieert; en
- c.de aard en omvang van het uiteindelijk belang van de uiteindelijk belanghebbende verifieert.