Gemeentelijke kredietbanken ten aanzien waarvan artikel 4:37 van de wet is toegepast zijn vrijgesteld van het ingevolge het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen, met uitzondering van artikel 4:20, van de wet bepaalde, voorzover zij financiële diensten verlenen met betrekking tot betaalrekeningen en de daaraan verbonden betaalfaciliteiten in het kader van het beheer van cliëntgelden als onderdeel van een integraal hulpverleningstraject.