Van artikel 2:3g, eerste lid, van de wet zijn vrijgesteld entiteiten voorzover zij:
- a.optreden als bewaarder van beleggingsinstellingen waarvan door de deelnemers gedurende een periode van vijf jaar vanaf het tijdstip waarop de rechten van deelneming voor het eerst zijn verworven geen recht tot inkoop of terugbetaling van rechten van deelneming kan worden uitgeoefend en de beleggingsinstellingen:
- 1°.overeenkomstig hun beleggingsbeleid over het algemeen niet beleggen in activa die in bewaring moeten worden gegeven; of
- 2°.over het algemeen beleggen in uitgevende instellingen en niet-beursgenoteerde uitgevende instellingen om controle als bedoeld in de artikelen 4:37q en 4:37w van de wet in deze instellingen te verkrijgen;
- b.de taken als bewaarder verrichten in het kader van hun beroeps- of bedrijfsuitoefening; en
- c.in het kader van de in onderdeel b bedoelde beroeps- of bedrijfsuitoefening verplicht zijn zich in te schrijven in een wettelijk erkend beroepsregister of moeten voldoen aan regelgeving inzake de beroepsmoraal.