- 1
- Beleggingsondernemingen als bedoeld in artikel 10 zijn vrijgesteld van het ingevolge afdeling 4.2.1 en de artikelen 4:13, 4:14, 4:17, 4:26, 4:83, 4:84, 4:87, tweede lid, aanhef en onderdeel b, van de wet bepaalde.
- 2
- Beleggingsondernemingen die ingevolge artikel 10a, eerste lid, zijn vrijgesteld van artikel 2:96 van de wet zijn tevens vrijgesteld van het bepaalde ingevolge de hoofdstukken 4.2 en 4.3, met uitzondering van artikel 4:91n, van de wet.
- 3
- Personen die ingevolge artikel 10b zijn vrijgesteld van artikel 2:96 van de wet, zijn tevens vrijgesteld van het bepaalde ingevolge het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen, met uitzondering van artikel 4:3 van de wet.