Van artikel 2:96 van de wet zijn vrijgesteld:
- a.beheerders van een individueel vermogen waarvan de aandelen uitsluitend kunnen worden gehouden door een kring van bloed- of aanverwanten voorzover zij individuele vermogens beheren van de tot die kring behorende personen; en
- b.beheerders van een individueel vermogen die een stichting zijn met als enig doel het beheren van individuele vermogens van een kring van bloed- of aanverwanten, voorzover zij individuele vermogens beheren van de tot die kring behorende personen.