Responsive image

1 Inleiding

Download de app voor meer functionaliteit.

1 Inleiding

Nederland belast inwoners over hun wereldinkomen. Voor de in het wereldinkomen begrepen buitenlandse inkomensbestanddelen waarvan het heffingsrecht op basis van een belastingverdrag of een eenzijdige regeling ter voorkoming van dubbele belasting primair aan een ander land is toegewezen, verleent Nederland een vermindering ter voorkoming van dubbele belasting. Over de (technische) wijze van bepaling van de vermindering zijn in de loop der tijd verschillende beleidsbeslissingen verschenen. In dit besluit is het beleid zoveel mogelijk samengevoegd en geactualiseerd opgenomen om de toegankelijkheid ervan te vergroten. Hierbij is de wenselijkheid van bepaald beleid opnieuw bezien en waar nodig is het beleid aangepast. In dit kader is ook ingegaan op de werking van de voorkomingsbepalingen uit de belastingverdragen in relatie tot de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001). Met de Wet IB 2001 is de systematiek en de terminologie van de Nederlandse belastingwetgeving ingrijpend gewijzigd. Het systeem van inkomensboxen, waarbij elk van de drie boxen zijn eigen grondslag en tarief kent, was aanleiding om het Besluit voorkoming dubbele belasting 1989 (hierna: BVDB 1989) te vervangen door het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 (hierna: BVDB 2001). In een enkel geval is in dit besluit ook een goedkeuring opgenomen over de werking van de voorkoming onder het BVDB 2001.

Hoewel in dit besluit de nadruk ligt op de inkomstenbelasting, is ook aangegeven wat de gevolgen zijn voor de vennootschapsbelasting (zie ook de syllabus Vrijstelling, Verrekening, Verliescompensatie Internationaal Belastingrecht waarnaar wordt verwezen in het besluit van 13 april 2004, nr. IFZ2004/236M, BNB 2004/281). Niet opgenomen is het besluit van 21 januari 2004, nr. IFZ2003/558M, BNB 2004/134, waarin vragen zijn beantwoord over de verrekening van buitenlandse bronbelasting door Nederlandse vaste inrichtingen naar aanleiding van het arrest Saint Gobain, HvJ EG van 21 september 1999, zaak C-307/97, BNB 2000/75. Ook het besluit van 16 april 2002, nr. IFZ2002/357, V-N 2002/25.8 over de samenloop van artikel 20a Wet VPB 1969 en de stallingsregeling ex artikel 35 BVDB 2001 blijft als afzonderlijk besluit gehandhaafd. Hetzelfde geldt voor het besluit over de toekenning van een Britse ‘tax credit’ (besluit van 22 december 2006, nr. IFZ2006/1016, BNB 2007/52) . De ‘tax sparing credit’ bepalingen worden in dit besluit, behoudens de relatie met de gezamenlijke methode, niet behandeld. Onder de huidige regelgeving worden zogenoemde China lease-constructies (het uit elkaar trekken in verschillende vennootschappen van de buitenlandse opbrengsten en de daarmee samenhangende kosten (rente), waarvan sprake was in de casus van HR 26 januari 2000, nr. 33 943, BNB 2000/160) bestreden, indien de zakelijkheid van de transacties in het geding zijn. Het opnemen in het BVDB 2001 van een bepaling tegen dergelijke constructies wordt overwogen.

Waar in dit besluit wordt gesproken over de belastingverdragen wordt daaronder mede verstaan het Besluit voorkoming dubbele belasting Nederland en Taiwan.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.