De motorrijtuigenbelasting moet zijn betaald bij de aanvang van het tijdvak (artikel 15, eerste lid, van de wet). De belastingplichtige is verantwoordelijk voor het tijdig betalen van de motorrijtuigenbelasting voor het verstrijken van de hiervoor genoemde termijn. De Belastingdienst stuurt uit serviceoverwegingen een brief met betaalinformatie aan de belastingplichtige. In deze brief wordt een uiterste betaaldatum vermeld die na de datum van aanvang van het betreffende tijdvak kan liggen.
Goedkeuring
Ik keur goed dat, in de gevallen waarin de belastingplichtige een brief met betaalinformatie heeft ontvangen waarin een uiterste betaaldatum is vermeld die ligt na de datum van aanvang van het betreffende tijdvak, de belasting in afwijking van artikel 15, eerste lid, van de Wet, pas op deze latere datum hoeft te zijn betaald.
In de gevallen waarin de brief met betaalinformatie niet op het adres van de belastingplichtige is ontvangen of aangeboden dan wel de brief met betaalinformatie de belastingplichtige niet heeft bereikt, keur ik goed dat belanghebbende binnen 30 dagen na aanvang van het tijdvak de verschuldigde belasting betaalt.
Als gebruik wordt gemaakt van de overgangsregeling voor oldtimers (artikel 84a, van de wet) kan geen beroep worden gedaan op deze goedkeuringen. De betaling moet in dat geval te allen tijde voor aanvang van het tijdvak (1 januari) binnen zijn.