Het besluit kent een aantal vrijstellingsregelingen voor het gebruik van een motorrijtuig met buitenlands kenteken door een Nederlands ingezetene. De vrijstellingen van de artikelen 25 (buitenlandse werkgever) en artikel 26 (buitenlands bedrijf) worden bij beschikking verleend en zijn persoon- en motorrijtuiggebonden. Een dergelijke beschikking is niet verplicht maar geeft belanghebbende zekerheid vooraf.
Als de omstandigheden waarvoor de vrijstelling is verleend wijzigen, is de beschikking niet langer geldig. Dergelijke wijzigingen moeten worden doorgegeven aan de inspecteur, wat ook in de bijlage bij de beschikking staat vermeld. Het kan bijvoorbeeld gaan om vervanging van het motorrijtuig waarvoor de vrijstelling is verleend door een ander niet in Nederland geregistreerd motorrijtuig.
Het niet hebben van een (geldige) beschikking betekent niet zonder meer dat er verschuldigdheid van mrb ontstaat als er gebruik gemaakt wordt van een motorrijtuig met een buitenlands kenteken. De inspecteur zal altijd eerst moeten onderzoeken of er in materiële zin recht op de vrijstelling bestaat. Een beschikking kan niet worden geweigerd om de enkele reden dat niet is voldaan aan een formele voorwaarde (bijvoorbeeld het aanvragen van de beschikking voor aanvang van het gebruik van de weg).