De houder van het motorrijtuig moet zich bezighouden met de aanleg en het onderhoud van wegen. Dit betekent dat als wegen worden aangelegd en onderhouden met geleende, gehuurde of geleasete motorrijtuigen, de houder van deze motorrijtuigen niet in aanmerking komt voor de vrijstelling.
Goedkeuring
Ik keur met toepassing van artikel 63 van de AWR (de hardheidsclausule) onder de volgende voorwaarden goed, dat de vrijstelling desondanks van toepassing is op geleende, gehuurde of geleasete motorrijtuigen.
Voor deze goedkeuring gelden de volgende voorwaarden:
- –het motorrijtuig wordt feitelijk gebruikt door een bedrijf dat zich bezighoudt met de aanleg en het onderhoud van wegen (artikel 19 van het besluit); en
- –de Inspecteur heeft de feitelijke gebruiker aangemerkt als zogenaamde afwijkend houder (artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de wet). Als er geen verzoek om afwijkend houderschap wordt gedaan of de Inspecteur een daartoe strekkend verzoek niet kan inwilligen, is de vrijstelling niet van toepassing en is de uitlener, verhuurder dan wel het leasebedrijf als houder de belasting verschuldigd.