Na de inwerkingtreding van deze wet berust:
- 1.het Besluit aanwijzing onderwerpen ex artikel 6, tweede lid, onder d, en 7, tweede lid, onder e, Wet op de inlichtingen en veiligheidsdiensten 2002 op artikel 6, eerste lid, van deze wet;
- 2.de Regeling aanwijzing risicolanden op artikel 14 van deze wet;
- 3.het Besluit ex artikel 28 WIV 2002 op artikel 55 van deze wet;
- 4.het Aanwijzingsbesluit artikel 39 WIV 2002 op artikel 67 van deze wet;
- 5.het Besluit van 22 juli 2002 tot vaststelling van de rechtspositie van de voorzitter en leden van de commissie van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Stb. 2002, 454) op artikel 102 van deze wet;
- 6.het Besluit van 14 mei 2003, houdende regels met betrekking tot benoeming, schorsing en ontslag van tot het secretariaat van de commissie van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten behorende personen (Stb. 2003, 258), op artikel 103 van deze wet;
- 7.de Aanwijzingsregeling Koninklijke marechaussee ex artikel 60, tweede lid, WIV 2002 op artikel 91 van deze wet.