- 1
- De hoofden van de diensten dragen zorg voor het treffen van de noodzakelijke voorzieningen van personele, organisatorische en technische aard ter beveiliging van de ambtenaren van de diensten.
- 2
- Aan de ambtenaren, bedoeld in het eerste lid, kan met het oog op hun persoonlijke veiligheid door het hoofd van de desbetreffende dienst worden toegestaan zich in het kader van hun taakuitvoering te bedienen van een aangenomen identiteit en hoedanigheid. Artikel 41, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
- 3
- Van de toepassing van dit artikel wordt aantekening gehouden.
- 4
- Dit artikel is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de krachtens artikel 91, tweede lid, en 92, tweede lid, aangewezen ambtenaren.