Op gegevens verwerkt door of ten behoeve van inlichtingen- en veiligheidsdiensten die zijn opgeheven, zijn de artikelen 20, 21, 23, 24, 62, 69, 70 alsmede de hoofdstukken 5, 7 en 8 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de desbetreffende bevoegdheden en verplichtingen toekomen aan Onze Minister bij wie de desbetreffende gegevens berusten.