Een afdeling van de commissie van toezicht dan wel een daartoe door haar aangewezen lid is bevoegd alle plaatsen te betreden, met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner, voor zover dat voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig is. De afdeling dan wel het door haar aangewezen lid kan zich daarbij doen vergezellen van door de voorzitter aangewezen personen van het secretariaat, bedoeld in artikel 103.