Wanneer een persoon niet gelijktijdig voldoet aan de voorwaarden voor het recht op een ouderdomspensioen krachtens de wetgeving van beide Partijen, wordt zijn recht dat in elke Partij bestaat vastgesteld zodra hij aan de voorwaarden voldoet die van toepassing zijn krachtens de wetgeving van die Partij, daarbij, wanneer van toepassing, rekening houdend met artikel 19.