Responsive image

Artikel 23 Ouderdomsuitkering

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 23 Ouderdomsuitkering

    1
  • Het Nederlandse bevoegde orgaan stelt de ouderdomsuitkering rechtstreeks en uitsluitend vast op basis van de krachtens de Nederlandse Algemene Ouderdomswet (AOW) vervulde verzekeringstijdvakken.
    2
  • Onder de voorwaarden van het derde lid, worden tijdvakken vóór 1 januari 1957 gedurende welke een onderdaan van een Verdragsluitende Partij na het bereiken van de leeftijd van 15 jaar op het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden heeft gewoond of gedurende welke hij, terwijl hij woonde in een ander land, als werknemer op het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden werkzaam was, als verzekeringstijdvakken beschouwd, indien de persoon niet voldoet aan de voorwaarden van de Nederlandse wetgeving op grond waarvan deze tijdvakken kunnen worden gelijkgesteld met tijdvakken van verzekering.
    3
  • De tijdvakken als bedoeld in het tweede lid, worden slechts in aanmerking genomen bij de berekening van de ouderdomsuitkering indien de persoon verzekerd is geweest als bedoeld in artikel 6 van de Nederlandse Algemene Ouderdomswet (AOW) en de persoon na het bereiken van de leeftijd van 59 jaar ten minste zes jaar op het grondgebied van één of beide Verdragsluitende Partijen heeft gewoond en hij op het grondgebied van één van de Verdragsluitende Partijen woont. Desalniettemin zullen deze tijdvakken niet in aanmerking worden genomen als zij samenvallen met tijdvakken van verzekering op grond van de wetgeving van een ander land dan Nederland.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.