Verstrekkingen ten behoeve van gezinsleden van rechthebbenden op pensioenen of renten die wonen in de andere staat dan de bevoegde staat
- 1
- Artikel 9, eerste, tweede, derde en vijfde lid, zijn van overeenkomstige toepassing op de gezinsleden bedoeld in artikel 16, zesde lid, van het Verdrag, met dien verstande dat het gezinslid zich inschrijft bij het orgaan van de woonplaats en dat hij de desbetreffende verklaring overlegt.
- 2
- De rechthebbende op een pensioen of rente en de in het eerste lid bedoelde gezinsleden informeren het orgaan van de woonplaats van de gezinsleden over iedere verandering in hun omstandigheden die van invloed kan zijn op de aanspraak op verstrekkingen van de gezinsleden, in het bijzonder over iedere schorsing of intrekking van het pensioen of rente en over iedere verandering van woonplaats van de rechthebbende op een pensioen of rente en die van zijn gezinsleden.