De in het voorgaande artikel bedoelde werknemer en zijn gezinsleden, die in het bevoegde land verblijven of hun woonplaats naar het bevoegde land overbrengen, hebben recht op prestaties ingevolge de wetgeving van dat land, zelfs indien zij voor hetzelfde geval van ziekte of moederschap reeds vóór hun verblijf, respectievelijk vóór de overbrenging van hun woonplaats prestaties hebben genoten.