Responsive image

Artikel 7 Veiligheid

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 7 Veiligheid

Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip

    1
  • Bewijzen van luchtwaardigheid, bewijzen van bevoegdheid en vergunningen uitgereikt of geldig verklaard door de ene Partij worden ten behoeve van de exploitatie van het luchtvervoer voorzien in dit Verdrag door de andere Partij erkend als geldig en nog van kracht, mits de vereisten voor deze bewijzen of vergunningen ten minste gelijk zijn aan de minimumnormen die kunnen worden vastgesteld uit hoofde van het Verdrag van Chicago.
    2
  • Indien de voorrechten of voorwaarden van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde vergunningen of bewijzen, afgegeven door de luchtvaartautoriteiten van een Partij aan een persoon of aangewezen luchtvaartmaatschappij of voor een luchtvaartuig dat gebruikt wordt voor de exploitatie van de overeengekomen diensten, een afwijking toestaan van de krachtens het Verdrag van Chicago vastgestelde minimumnormen, welke afwijking is geregistreerd bij de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO), kan de andere Partij verzoeken om overleg tussen de luchtvaartautoriteiten teneinde helderheid te verschaffen over het gebruik in kwestie.
    3
  • Elke Partij kan voor vluchten boven of landingen op haar grondgebied evenwel weigeren bewijzen van bevoegdheid en vergunningen te erkennen die aan haar eigen onderdanen zijn verstrekt of geldig verklaard door de andere Partij.
    4
  • Elke Partij kan verzoeken om overleg over de veiligheidsnormen die door de andere Partij worden gehandhaafd met betrekking tot luchtvaartvoorzieningen, bemanning, luchtvaartuigen en de exploitatie van de aangewezen luchtvaartmaatschappijen. Dergelijk overleg vindt plaats binnen dertig (30) dagen na dat verzoek.
    5
  • Indien na dergelijk overleg een Partij oordeelt dat de andere Partij op de gebieden bedoeld in het vierde lid niet op doeltreffende wijze veiligheidsnormen en eisen handhaaft en toepast die ten minste gelijk zijn aan de minimumnormen die op dat moment uit hoofde van het Verdrag van Chicago kunnen zijn vastgesteld, stelt de eerstgenoemde Partij de andere Partij in kennis van dit oordeel en de noodzakelijk geachte stappen om te voldoen aan die minimumnormen, en die andere Partij neemt passende corrigerende maatregelen binnen een overeengekomen termijn. Elke Partij behoudt zich het recht voor de exploitatievergunning van een door de andere Partij aangewezen luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen te weigeren, in te trekken of te beperken, in het geval de andere Partij nalaat binnen een redelijke termijn passende corrigerende maatregelen te nemen.
    6
  • Ingevolge artikel 16 van het Verdrag van Chicago wordt voorts overeengekomen dat een luchtvaartuig dat door of namens een luchtvaartmaatschappij van de ene Partij wordt gebruikt voor diensten naar of vanuit het grondgebied van een andere partij, terwijl het zich op het grondgebied van de andere Partij bevindt, mag worden onderworpen aan een inspectie door de bevoegde vertegenwoordigers van de andere Partij, mits dit niet leidt tot onredelijke vertraging bij de exploitatie van het luchtvaartuig.
  • Onverminderd de verplichtingen bedoeld in artikel 33 van het Verdrag van Chicago wordt met deze inspectie beoogd de geldigheid van de relevante documenten van het luchtvaartuig en die van de bemanning te controleren en te controleren of de uitrusting en de toestand van het luchtvaartuig voldoen aan de normen die op dat tijdstip uit hoofde van het Verdrag van Chicago waren vastgesteld.
    7
  • Wanneer onverwijld ingrijpen essentieel is voor de veiligheid van een vlucht door de luchtvaartmaatschappij behoudt elke Partij zich het recht voor de exploitatievergunning van een luchtvaartmaatschappij of van luchtvaartmaatschappijen van de andere Partij onmiddellijk op te schorten of daarvan af te wijken.
    8
  • Een maatregel door een Partij in overeenstemming met het zevende lid van dit artikel wordt opgeschort, zodra de aanleiding voor het nemen van die maatregel ophoudt te bestaan.
    9
  • Onder verwijzing naar het vijfde lid van dit artikel, dient, indien wordt vastgesteld dat een Partij nadat de afgesproken termijn is verstreken nog steeds inbreuk maakt op de ICAO-normen, de secretaris-generaal van de ICAO daarvan in kennis te worden gesteld. De secretaris-generaal dient tevens in kennis te worden gesteld wanneer vervolgens tot een bevredigende oplossing van de situatie is gekomen.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.