Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip
- 1
- De Regeringen van de Federale Republiek Brazilië en het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, hebben het recht een of meer luchtvaartmaatschappijen aan te wijzen voor het verrichten van luchtvervoer tussen en via hun grondgebieden in overeenstemming met dit Verdrag en deze aanwijzingen in te trekken of te wijzigen. De andere Partij wordt langs diplomatieke weg schriftelijk in kennis gesteld van dergelijke kennisgevingen.
- 2
- Na ontvangst van een dergelijke aanwijzing en van een aanvraag van de aangewezen luchtvaartmaatschappij, in de vorm en op de wijze die is voorgeschreven voor exploitatievergunningen, verleent de andere Partij de desbetreffende vergunningen met een zo gering mogelijke procedurele vertraging, op voorwaarde dat:
-
- a.de aangewezen luchtvaartmaatschappij gevestigd is op het grondgebied van de aanwijzende Partij;
- b.de daadwerkelijke controle of de aangewezen luchtvaartmaatschappij de regelgeving naleeft wordt uitgevoerd door de Partij die de luchtvaartmaatschappij aanwijst;
- c.de aangewezen luchtvaartmaatschappij in staat is te voldoen aan de in de wetten en voorschriften gestelde voorwaarden die de Partij die de aanvraag of aanvragen behandelt gewoonlijk toepast op de exploitatie van internationaal luchtvervoer; en
- d.de Regering die de luchtvaartmaatschappij aanwijst de in artikel 7 (Veiligheid) en artikel 8 (Veiligheid van de luchtvaart) vervatte normen handhaaft en toepast.
- 3
- Na ontvangst van een dergelijke aanwijzing en van een aanvraag van de aangewezen luchtvaartmaatschappij, in de vorm en op de wijze die is voorgeschreven voor exploitatievergunningen, verlenen de luchtvaartautoriteiten zonder onnodige vertraging de desbetreffende vergunning op voorwaarde dat de aangewezen luchtvaartmaatschappij voldoet aan de bepalingen van het tweede lid van dit artikel.