Statusverlies door toepassing van artikel 3, eerste lid, onderdeel d, van de NSW
Als er een NSW-rangschikking heeft plaatsgevonden met toepassing van het bepaalde in artikel 1, tweede lid, onderdeel a, NSW (de zogenoemde aanleun- of samenwerkingsrangschikking), dan kan deze rangschikking vervallen, bijvoorbeeld als de eigenaar van de aangrenzende onroerende zaak, met wie wordt samengewerkt, zijn onroerende zaak in eigendom overdraagt.
De eigenaar van de onroerende zaak (de aanleuner of de samenwerker) krijgt in dat geval een kennisgeving dat zijn onroerende zaak, ten gevolge van de overdracht door de eigenaar van de aangrenzende onroerende zaak, niet langer als NSW-landgoed wordt aangemerkt (artikel 3, vijfde lid, NSW). Hij kan dan binnen zes maanden na de datum van de kennisgeving het verzoek doen om zijn onroerende zaak als NSW-landgoed aangemerkt te laten blijven (artikel 3, zesde lid, NSW). Daarmee kan hij voorkomen dat statusverlies optreedt. Bij een te laat verzoek kan, zoals in onderdeel 2.1. van dit besluit is vermeld, het bedrag van de alsnog in te vorderen, of de alsnog verschuldigde belasting, in een scheve verhouding staan tot de overschrijding van de termijn waarbinnen het verzoek had moeten worden ingediend. In een voorkomende situatie kan een betrokkene bij mij een verzoek om toepassing van artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (de hardheidsclausule) indienen. Dit verzoek wordt met overeenkomstige toepassing van onderdeel 2.1. beoordeeld.