Responsive image

Bijlage 8aa behorend bij artikel 3.20a, vierde lid, Voorschrift...

Download de app voor meer functionaliteit.

Bijlage 8aa behorend bij artikel 3.20a, vierde lid, Voorschrift...

behorend bij artikel 3.20a, vierde lid, Voorschrift Vreemdelingen 2000

Criterium

Invulling

Toelichting

Er is sprake van een zodanige markt voor de producten / diensten van de aanvrager, dat de onderneming levensvatbaar is. Dit betekent dat de onderneming een zodanig resultaat behaalt dat de ondernemer minimaal het bruto minimumloon aan de onderneming kan onttrekken.

In het geval van een V.O.F. geldt dat iedere vennoot minimaal het bruto minimumloon kan onttrekken; bij een B.V. iedere eigenaar.

In het geval van toetreding tot een bestaande onderneming, geldt bovenstaande ook en geldt dat het marginale aandeel van de zittende vennoten / eigenaren niet verslechtert.

In het geval van een negatief eigen vermogen en geen aannemelijke vooruitzichten op een positieve kentering wordt uitgegaan van een gebrek aan continuïteitsperspectief en dit leidt tot een negatief advies.

De behoefte in Nederland en de levensvatbaarheid worden met de volgende bescheiden aangetoond:

Ondernemingsplan, waarin minimaal de volgende onderwerpen zijn opgenomen:

– persoonlijke gegevens van de ondernemer;

– het product of de dienst en wat het unieke daarvan is;

– een marktanalyse toegespitst op het eigen product of dienst;

– de organisatie;

– de (openings)balans;

– de omzet- en liquiditeitsprognose inclusief berekeningen; en

– een specificatie en begroting arbeidscreatie en investeringen (indien aanwezig).

Nadere toelichting bij de gevraagde bescheiden:

• De marktanalyse bevat minimaal informatie over de kenmerken van de specifieke markt, de doelgroep, de concurrentie (het onderscheidend vermogen), potentieel marktaandeel, marketing, risico’s, prijsbeleid. Voor onderbouwing van de marktanalyse moeten de volgende bewijsmiddelen toegevoegd worden:

– Branchegegevens van de specifieke markt, waarop de onderneming zich richt;

– Prognoses van balansen, omzetten en resultaten;

– Kopieën van concrete (omvang in tijd en geld) intentieverklaringen van toekomstige opdrachtgevers; eventuele al verkregen opdrachten;

– gegevens ter onderbouwing van de competenties van de ondernemer zoals:

○ een kopie van referenties en arbeidsovereenkomst(en) van de voormalige dienstbetrekking(en);

○ kopieën van behaalde diploma’s. Betreft het een buitenlands diploma? Dan moet deze voorzien zijn van een waardering van Nuffic/stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB);

• Voor onderbouwing van eventuele al gerealiseerde omzetgegevens moeten de volgende bewijsmiddelen toegevoegd worden: BTW aangiftes en -beschikkingen, definitieve jaarrekeningen en tussentijdse balansen en exploitatieoverzichten, aangiftes Inkomstenbelasting en aanslagen, loonaangiften, verkoopfacturen en bankafschriften (alleen positie aan eind verslagperiode).

• Als sprake is van een BV moet een kopie van het aandelenregister en de oprichtingsakte toegevoegd worden; is sprake van een VOF/CV, dan wordt een kopie van het VOF/CV contract toegevoegd waarin minimaal staat: inbreng van vennoten, verantwoordelijkheden en het aandeel in het resultaat.

• Als de vreemdeling als freelancer werkt: kopieën van intentieverklaringen en/of overeenkomst(en) van (de) opdracht(en) waaruit blijkt dat deze in opdracht als freelancer werkt.

• Zowel bij een overname van als toetreding tot een bestaande onderneming zijn over meerdere jaren exploitatiecijfers van de oude situatie nodig.

Financiële stukken die de aanvraag onderbouwen moeten gecontroleerd zijn door een daartoe bevoegd extern onafhankelijk deskundige (register accountant, een accountant administratieconsulent, boekhouder, of een financieel adviseur).

De op te richten onderneming zorgt niet voor verstoring op de markt.

De actuele situatie op de specifieke markt waarop de onderneming zich begeeft, is bij de beoordeling van belang. Dit betekent dat de concurrentieverhoudingen niet verstoord worden door bijvoorbeeld prijsdumping, toetreding tot een markt met overcapaciteit, toetreding tot een markt met dalende vraag, optreden als extra schakel op al bestaand sectorkolomniveau (toelevering aan gelijksoortige ondernemingen, ook wederzijds). Bij branches die na een dip weer aantrekken, zal worden gekeken naar de mate van groeiverwachting in relatie tot eventuele bestaande overcapaciteit.

Er is ook sprake van een negatief gevolg voor de markteconomie als de (verwachte) resultaten onder de norm van het bruto minimumloon liggen en de ondernemer grote kans loopt zijn onderneming te moeten staken. De ondernemer zal dan uiteindelijk in het sociale vangnet terecht kunnen komen, wat geen bijdrage aan de markteconomie betekent. Ook wanneer de onderneming al eerder is opgestart zal de beoordeling plaatsvinden alsof het bedrijf nieuw op de markt komt.

Toetreding tot de markt door betrokkene mag geen verstoring betekenen van de arbeidsmarkt voor werknemers en zelfstandigen.

De actuele arbeidsmarktsituatie in de branche waar betrokkene toetreedt is van belang. Toetreding tot een branche met hoge werkloosheid onder werknemers en zelfstandigen is arbeidsmarkt verstorend. Hierbij wordt ook de regio, waarin de activiteiten worden uitgevoerd mee genomen. Cijfers van UWV worden in de beoordeling betrokken.

Ook toetreding tot de markt in het verleden, betekent in de toetsing nieuw op de arbeidsmarkt.

Wijziging van het werknemerschap in mede-eigendom (vennoot, aandeelhouder) kan leiden tot een negatief advies op grond van verstoring van de arbeidsmarkt indien voor en / of na omzetting geen sprake is van een geldige verblijfsvergunning.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.