Bij de indiening van de aanvraag, bedoeld in de artikelen 28 en 33 van de Wet, verklaart de vreemdeling of de wettelijk vertegenwoordiger ermee bekend te zijn dat de verblijfsrechtelijke gegevens via de koppelingen tussen het IND-informatiesysteem en de BRP worden doorgegeven aan instanties die deze gegevens voor de beoordeling van voorzieningen nodig hebben.