De referent van een vreemdeling die in Nederland verblijft of wil verblijven in het kader van arbeid in loondienst, neemt met betrekking tot de vreemdeling wiens referent hij is in de administratie op:
- a.de originele tewerkstellingsvergunning of, indien een gecombineerde vergunning is verleend, het aanvullend document;
- b.de arbeidsovereenkomst waaruit de duur en de aard van het dienstverband en het overeengekomen inkomen blijken;
- c.de loonspecificaties;
- d.de door de vreemdeling ingevulde en ondertekende antecedentenverklaring, bedoeld in artikel 3.77, elfde lid, van het Besluit, indien de referent erkend is krachtens artikel 2c van de Wet.