- 1
- Ter zake van de afdoening van een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 33 van de Wet, is de vreemdeling een bedrag van € 228 verschuldigd.
- 2
- In afwijking van het eerste lid is de vreemdeling van Turkse nationaliteit ter zake van de afdoening van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 33 van de Wet, een bedrag van € 76 verschuldigd.
- 3
- De leges, bedoeld in het eerste lid, worden door de vreemdeling door middel van een in opdracht van de IND toegezonden acceptgirokaart voldaan.
- 4
- Ter zake van de afgifte ter uitvoering van artikel 4.22, tweede lid, van het Besluit, van een vervangend document waaruit het rechtmatig verblijf, bedoeld in artikel 8, onder c en d, van de Wet blijkt, is de vreemdeling een bedrag van € 76 verschuldigd.