- 1
- Als categorieën vreemdelingen, bedoeld in artikel 3.48, tweede lid, aanhef en onder b, van het Besluit, zijn aangewezen vreemdelingen met het volgende verblijfsdoel:
-
- a.verblijf in het kader van remigratie op grond van de Remigratiewet;
- b.verblijf in het kader van verwesterde schoolgaande minderjarige vrouwen voor vreemdelingen met de Afghaanse nationaliteit;
- c.verblijf in het kader van plaatsing in een pleeggezin of instelling op verzoek van een ander land op grond van het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996;
- d.verblijf als vreemdeling die zich in de terminale fase van een ziekte bevindt;
- e.verblijf op basis van de duurzaamheids- en proportionaliteitsbeoordeling van vreemdelingen aan wie artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag is tegengeworpen;
- f.verblijf als minderjarige vreemdeling met een kinderbeschermingsmaatregel;
- g.verblijf in het kader van beschermde getuige in beschermingsprogramma van de Politie Landelijke Eenheid;
- h.verblijf als mensenrechtenverdediger.
- 2
- Als categorieën vreemdelingen, bedoeld in artikel 3.51, derde lid, van het Besluit, zijn aangewezen vreemdelingen met het volgende verblijfdoel:
-
- a.verblijf als oud-Nederlander in het kader van artikel 15, eerste lid, aanhef en onder b, d en e van de Rijkswet op het Nederlanderschap;
- b.verblijf in het kader van de Afsluitingsregeling Definitieve Regeling langdurig verblijvende kinderen;
- c.verblijf wegens bijzondere individuele omstandigheden na verblijf als familie- of gezinslid;
- d.verblijf na verblijf als slachtoffer van mensenhandel die hiervan geen aangifte kan of wil doen;
- e.verblijf na verblijf als slachtoffer van (dreigend) eergerelateerd geweld of van (dreigend) huiselijk geweld;
- f.verblijf na verblijf als slachtoffer of slachtoffer-aangever van mensenhandel;
- g.verblijf na verblijf als getuige aangever van mensenhandel;
- h.verblijf in het kader van de uitoefening van het privéleven, bedoeld in artikel 8 EVRM;
- i.verblijf in het kader van plaatsing in een pleeggezin of instelling op verzoek van een ander land op grond van het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996;
- j.verblijf als minderjarige vreemdeling met een kinderbeschermingsmaatregel;
- k.verblijf in het kader van beschermde getuige in beschermingsprogramma van de Politie Landelijke Eenheid;
- 1.verblijf van gezinsleden van houders van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking ‘niet-tijdelijke humanitaire gronden’ verleend na verblijf in het kader van medische behandeling.