- 1
- Het is wel verstaan dat een persoon (niet zijnde een natuurlijke persoon) die een subject is in de zin van de belastingwetten (als bedoeld in artikel 2 van deze Overeenkomst) van een van de Staten, wordt geacht aan belasting te zijn onderworpen in die Staat, zelfs als alle bestanddelen van het inkomen die aan die persoon kunnen worden toegerekend van belastingheffing zijn vrijgesteld omdat die persoon voldoet aan alle in de nationale belastingwet voor de vrijstelling gestelde vereisten.
- 2
- Niettegenstaande de bepalingen van de artikelen 1 en 4 van de Overeenkomst en de vorenstaande bepalingen van dit artikel, stellen de bevoegde autoriteiten van de Staten in onderling overleg vast in hoeverre een inwoner van een van de Staten die is onderworpen aan een begunstigend regime, niet gerechtigd is tot de voordelen van deze Overeenkomst. Een lichaam dat wordt behandeld als een „vrijgestelde beleggingsinstelling” als bedoeld in de Nederlandse Wet op de vennootschapsbelasting 1969 is niet gerechtigd tot de voordelen van de artikelen 10, 11, 12, 13, vierde lid, en 21, eerste lid, van de Overeenkomst en de daarmee verband houdende artikelen van het Protocol bij de Overeenkomst.