- 1
- Niettegenstaande de bepalingen van de artikelen 7 en 15, mogen voordelen of inkomsten, verkregen door een inwoner van een van de Staten als artiest, zoals een toneelspeler, film-, radio- of televisieartiest of een musicus, of als sportbeoefenaar, uit zijn persoonlijke werkzaamheden als zodanig die worden verricht in de andere Staat, worden belast in die andere Staat.
- 2
- Indien voordelen of inkomsten ter zake van persoonlijke werkzaamheden die door een artiest of een sportbeoefenaar in die hoedanigheid worden verricht, niet aan de artiest of sportbeoefenaar zelf toekomen, maar aan een andere persoon, mogen die voordelen of inkomsten, niettegenstaande de bepalingen van de artikelen 7 en 15, worden belast in de Staat waarin de werkzaamheden van de artiest of sportbeoefenaar worden verricht.
- 3
- De bepalingen van het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op inkomsten, verkregen uit werkzaamheden die in een van de Staten worden verricht door artiesten of sportbeoefenaars indien het bezoek aan die Staat in hoofdzaak wordt betaald uit openbare fondsen van de andere Staat of een staatkundig onderdeel of een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan. In een zodanig geval zijn de inkomsten slechts belastbaar in de Staat waarvan de artiest of sportbeoefenaar inwoner is.