- 1
- De inhoudingsplichtige stelt zodra de artiest dan wel beroepssporter zijn werkzaamheden aanvangt diens identiteit vast aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1° tot en met 3°, van de Wet op de identificatieplicht en houdt een afschrift van dat document voor controle beschikbaar bij de loonadministratie.
- 2
- Artikel 66, tweede, derde en vierde lid , is van overeenkomstige toepassing.