Als uitkeringen van publiekrechtelijke aard die buiten aanmerking worden gelaten in het kader van de heffing van andere belastingen of in het kader van andere wettelijke regelingen als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel c, van de wet worden aangewezen:
- a. toeslagen in de zin van artikel 24, derde en vierde lid, van de Wet inschakeling werkzoekenden ;
- b. uitkeringen ingevolge de Uitkeringswet tegemoetkoming twee tot vijfjarige diensttijd veteranen ;
- c. uitkeringen ingevolge de Uitkeringswet KNIL-beroepsmilitairen ;
- d. uitkeringen ingevolge de Wet inkomensvoorziening kunstenaars zoals die wet luidde op 31 december 2004, die na die datum worden vastgesteld met toepassing van artikel 10 van die wet ;
- f. tegemoetkomingen ingevolge artikel 10 van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten .