- 1
- Tot de bezittingen behoren niet aanspraken ingevolge een nettopensioenregeling.
- 2
- In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt onder een nettopensioenregeling verstaan een regeling:
-
- a.die ten doel heeft het treffen van een voorziening als bedoeld in artikel 18, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, 2°, 3° of 4°, van de Wet op de loonbelasting 1964, dan wel een daarmee naar aard en strekking overeenkomende voorziening ingevolge een regeling als bedoeld in artikel 1.7, tweede lid, onderdelen b en c;
- b.die voldoet aan de in artikel 18, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op de loonbelasting 1964 gestelde voorwaarden;
- c.waarvan als verzekeraar optreedt een lichaam als bedoeld in artikel 19a, eerste lid, onderdelen a, b, c en d, van de Wet op de loonbelasting 1964;
- d.die blijft binnen de in of krachtens deze afdeling vastgestelde begrenzingen.
- 3
- Een nettopensioenregeling kan voorzien in:
-
- a.netto-ouderdomspensioen of nettopartnerpensioen bij overlijden voor pensioendatum bij overlijden op of na pensioendatum (artikel 5.17a);
- b.nettopartnerpensioen bij overlijden voor pensioendatum (artikel 5.17b);
- c.nettowezenpensioen (artikel 5.17c).