Responsive image

Artikel 10a.25 Overgangsbepaling vermindering jaarruimte in...

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 10a.25 Overgangsbepaling vermindering jaarruimte in...

Overgangsbepaling vermindering jaarruimte in verband met de opbouw van pensioenaanspraken

    1
  • Voor de toepassing van artikel 3.127, eerste lid, wordt in afwijking van het vierde lid van dat artikel, voor de belastingplichtige die met toepassing van artikel 38q van de Wet op de loonbelasting 1964 pensioenaanspraken opbouwt volgens de normeringen en begrenzingen uit de artikelen 18 tot en met 18ga van die wet alsmede de daarop gebaseerde bepalingen zoals deze luidden op de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen, de vermindering in verband met de opbouw van pensioenaanspraken gesteld op het bedrag dat volgt uit artikel 3.127, vierde lid, zoals dat luidde op 31 december 2023. Voor de toepassing van de eerste zin blijven artikel 3.127, zesde lid, alsmede de daarop gebaseerde bepalingen zoals deze luidden op 31 december 2023, van toepassing. De eerste en tweede zin zijn van overeenkomstige toepassing op de aan de belastingplichtige toe te rekenen pensioenaanspraken die zijn opgebouwd in de periode van 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2023.
    2
  • Voor de toepassing van artikel 3.127, eerste lid, wordt in afwijking van het vierde lid van dat artikel, voor de belastingplichtige die een ouderdomspensioen of partnerpensioen bij overlijden op of na pensioendatum opbouwt, waarbij de premie per dienstjaar is bepaald met inachtneming van artikel 38r, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964, de vermindering in verband met de opbouw van pensioenaanspraken gesteld op het bedrag dat volgt uit de formule:
  • A = (1 – (X–Y) / X) * B
  • waarbij wordt verstaan onder:
  • A: het bedrag aan vermindering in verband met de opbouw van pensioenaanspraken;
  • B: het bedrag van het in het voorafgaande kalenderjaar in artikel 18a, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 vermelde percentage, vermenigvuldigd met de in het voorafgaande kalenderjaar voor de belastingplichtige geldende pensioengrondslag, bedoeld in artikel 18a, tweede lid, van die wet, vermeerderd met het gezamenlijke bedrag van de door de belastingplichtige in het voorafgaande kalenderjaar voor een nettopensioen betaalde of verrekende premies, bedoeld in artikel 5.17, gedeeld door de nettofactor, bedoeld in artikel 5.16, vierde lid;
  • X: het bedrag van het voor de belastingplichtige in het voorafgaande kalenderjaar geldende maximale premiepercentage, bedoeld in de in artikel 38r, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 opgenomen tabel, vermenigvuldigd met de in het voorafgaande kalenderjaar voor de belastingplichtige geldende pensioengrondslag, bedoeld in artikel 18a, tweede lid, van die wet;
  • Y: het bedrag van de door of voor de belastingplichtige in het voorafgaande kalenderjaar ingelegde premies voor een ouderdomspensioen en een partnerpensioen bij overlijden op of na pensioendatum als bedoeld in artikel 18a van de Wet op de loonbelasting 1964.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.